Jakarta (voinews/antara) - Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft benadrukt dat de humanitaire hulp die de Indonesische regering onlangs voor het Afghaanse volk heeft verzonden, niet mag worden beschouwd als een erkenning van de Taliban-regering.
In een persconferentie hier op donderdag benadrukte directeur-generaal voorlichting en publieksdiplomatie van het ministerie, Teuku Faizasyah, dat de verzending van de hulp op 9 januari 2022 een vorm van humanitaire hulp was. De poging was ook gericht op het beschermen van Indonesische burgers die voor verschillende VN-agentschappen werken en die zijn teruggekeerd naar hun werk in Afghanistan, zei hij.
Teuku Faizasyah zei dat hij zou willen bevestigen dat tot nu toe geen enkel land het Taliban-bestuur in Afghanistan heeft erkend. Bijna alle landen hebben zich echter met de groep verbonden, ook de Verenigde Staten en de Europese Unie.
Daarom is het belangrijk om onderscheid te maken tussen het faciliteren van humanitaire hulp en essentiële zaken en erkenning van de bezetting van Afghanistan door de Taliban. Momenteel houdt het ministerie nog toezicht op de verdeling van de hulp, die wordt uitgevoerd door het Wereldvoedselprogramma van de VN (WFP).
Minister van Buitenlandse Zaken Retno Marsudi had in de vroege uurtjes van 9 januari 2022 twee vliegtuigen met de hulp van Soekarno-Hatta Airport, Tangerang stad, provincie Banten gestuurd.
Volgens Marsudi was de humanitaire hulp een reactie op de alarmerende humanitaire situatie in het Zuid-Aziatische land, waar zo'n 23 miljoen mensen worden bedreigd met hongersnood en meer dan drie miljoen kinderen worden bedreigd door ondervoeding.//vrt.yb
