De stam van Gayo is één van de etnische stam die in Gayo-hooglanden, Centrale provincie Atjeh woont. Een deel van de Gayo-stam zelf omvat het district Bener Meriah, Centraal Atjeh en Gayo Lues. De bevolking van Gayo, vooral degenen die in de districten Midden-Atjeh en Bener Meriah wonen, hebben een traditionele muziekinstrumenten, genaamd Teganing.
Teganing muziekinstrument is gemaakt vanuit gesellecteerd-bamboe met een lengte van 1 tot 1.10 meter. Het bamboesegment dat als muziekinstrument kan worden gebruikt, moet voldoende lang hebben en de middellijn is vrij groot en oud. Voordat het instrument Teganing wordt gemaakt, wordt de bamboe eerst enkele dagen in stromend water geweekt en vervolgens in de zon gedroogd.
De volgende stap zal de bamboe een langwerpig gat geven en die gat noemt een flap; Daarna de huid van de bamboe zal worden gekerft uit langwerpig om later dienen als een reeks van string met 3 tot 4 stukken en mag ook niet worden losgekoppeld of gescheiden van bamboe. Het geluid van deze drie touwen kan worden aangepast met hun functies als canang, memong en gongs, ook met een wig geplaatst om het touw en bamboe van elkaar te scheiden. Teganing wordt gespeeld door worden geslagen met pegeul of met stick en met uw rechterhand aan het touw te blijven terwijl uw linkerhand Teganing's lichaam slaat.
In het vroeger werd Teganing gebruikt door (beberu) of de meisjes van Gayo om hun vrije tijd te vullen. En werden ook gespeeld terwijl ze de rijst droogden om niet door kippen of duiven te worden gegeten. Maar naarmate de tijd verstrijkt isTeganing zelden gezien een gespeeld voor in afwachting van het drogen van rijst. Tegenwoordig wordt deze traditionele muziekinstrument alleen gespeeld om een typische Gayo-dans te begeleiden.
