West Java heeft verschillende soorten van traditionele wapens, zoals Kujang, Balincong, Patik, Bedog en anderen. Kujang is één van de traditionele wapens van West-Java die vrij beroemd is vanwege zijn unieke karakter. Kujang begon te worden gemaakt rond de 8e of 9e eeuw, en staat bekend als het traditionele wapen van de Soendanese-mensen in West-Java, dat heilige waarde en magische krachten heeft. Kujang wordt ook wel een wapen van boeren genoemd en heeft wortels in de landbouwcultuur.
In het algemeen heeft Kujang het gevoel een erfstuk te zijn dat is afgeleid van de Goden. Als een wapen, neemt Kujang vanaf het begin tot nu een zeer speciale positie in onder het Soendanese volk. In het verleden kan Kujang niet van de Soenda-samenleving worden gescheiden vanwege zijn functie als landbouwwerktuig. Met de vooruitgang, technologische, culturele, sociale en economische ontwikkeling van de Sundanese samenleving, kende Kujang ook de ontwikkeling en verschuiving van vorm, functie en betekenis. Van een landbouwwerktuig ontwikkelt Kujang zich tot een object met een eigen karakter en meestal een wapen van symbolische en heilige waarde.
Elk deel van Kujang heeft ee n eigen naam, vanaf de punt die wordt gebruikt om insnijden of gekerft genoemd Papatuk of Congo en Ganja of Landaian, de scherpe hoeken die leiden in dezelfde richting zoals Papatuk. In het algemeen heeft Kujang 5 tot 9 ogen, Kujang die geen ogen heeft wordt de Blinde Kujang of Kujang Buta genoemd. Naast de vorm zijn de eigenschappen van de Kujang-materialen ook zeer uniek, omdat ze de neiging hebben om dun te zijn, het materiaal droog, poreus is en veel natuurlijke metaalelementen bevat.
Volgens de ouders, sommige geven een zeer nobele filosofie aan Kujang als " Ku-jang-ji rek neruskeun padamelan sepuh karuhun urang ", die betekent: Beloof de strijd van de voorouders voort te zetten, namelijk door het vasthouden van menselijke eigenschappen en natie’s eigenschappen. Menselijke eigenschappen zijn 5, namelijk Welas Kasih (Liefde), Tatakrama (ethisch gedrag), Undak Usuk (Ethiek van taal), Budi Daya Budi Basa, Wiwaha Yuda Na Raga. En de kenmerken van de natie zijn ook 5, onder andere Rupa (gezicht), Basa (taal), Adat (traditionele gewoonte), Aksara(woorden), Kebudayaan (cultuur).